Haal de buitenste bladeren van de bloemkool en haal er de grootste roosje uit. Snij deze in horizontale plakken, zodat je deze in boter kan bakken. De rest van de bloemkool snij je dan in grove stukken van ongeveer 1 op 1 cm (ongeveer!). Haal ook de roosjes uit de romanesco en was de kolen goed.
Stoom of kook je gehakte bloemkool en je romanesco roosjes apart gaar in een ruime kom gezouten water. Omdat de romanesco natuurlijk mooi groen moet zijn, spoel je hem zodra hij gaar is onder koud stromend water en zet hem opzij. Hou ook de gehakte en gekookte bloemkool opzij.
Doe boter in een diepe anti-aanbakpan en bak hierin de sjalotjes op een zacht vuurtje. Voeg na 3 minuten ongeveer de look toe en laat kort meebakken. Voeg dan de rijst toe en bak tot de korrels min of meer doorzichtig worden. Blus je pan met de witte wijn en laat deze zo goed als helemaal inkoken.
Breng ondertussen de bouillon aan de kook en voeg telkens een pollepel tegelijk toe aan je rijst. Elke lepel laat je zachtjes inkoken en dan voeg je een nieuwe lepel toe. Roer regelmatig in je risotto.
Ondertussen kan je de schijfjes bloemkool bakken. Neem een pan en doe er boter in. Verhit en bak je bloemkool plakjes mooi rondom bruin. Kruid met peper en zout.
Bak ook je vis, van zodra je risotto zo goed als klaar is. Doe hiervoor boter in een pan en bak de vis op middelhoog vuur gedurende ongeveer 5 minuten langs elke kant. Kruid met peper en zout.
Als je risotto bijna gaar is, dan voeg je de gehakte bloemkool toe. en roer je alles goed oor elkaar. Zo wordt de bloemkool terug warm. De Romanesco kan je toevoegen aan je pan met gebakken bloemkool om hem ook kort te bakken en op te warmen.
Schep net voor het opdienen nog een klontje boter en de parmezaan door de risotto. Proef en kruid af met peper en zout.
Doe de parmezaan in een mooie kom. Leg er de romanesco en de gebakken bloemkool op en serveer eventueel met de vis.
Smakelijk.