Sla is saai. Mijn moeder weigert nog sla op haar BBQ buffet te zetten, want niemand eet er van. De kom sla blijft steevast onaangeroerd staan. Nochtans zijn zowel mijn vader als de buurman de trotse bezitters van een moestuin vol botermalse sla. De kom sla van ons moeder ligt dus vol met de lekkerste, zalig malse en vol smaak zittende slablaadjes. En inderdaad, niemand eet er van.

Deze week overhoorde ik op een kookworkshop een gesprek tussen een aantal dames.

  • “Dit is nu al de vierde keer dat ik Weightwatchers doe. En allemaal goed en wel, maar na een paar weken geef ik het op en achteraf weeg ik alleen maar meer”.
  • “Je kan toch niet je hele leven punten tellen en je boterhammen afwegen”
  • “Het lastigste vind ik, is koken voor mijzelf en dan iets anders moeten koken voor mijn man en mijn kinderen.”
  • “Dat hou je toch niet vol!”
  • “Mijn man wil wel niet alle dagen sla eten, hij heeft een grote lap vlees nodig, en dan zwicht ik ook. Ik kan daar toch ook niet zitten met mijn onnozel slaatje, terwijl de rest zich tegoed doet aan alle lekkers”
  • “Dan heb je nog niet gesproken over het weekend. Vrijdag, zaterdag en zondag moesten we gaan eten. Als ik op de kaart kijk, dan is mijn goeie voornemen rap voorbij. De enige gezonde optie is altijd weer sla, dan wil ik op zo’n dagen echt wel genieten. Geef mij dan voor die ene keer toch maar frietjes.”

Tot één van de dames uit het gezelschap zegt: “Nochtans, sommige van die slaatjes zijn echt lekker, hoor”, waarop een andere dame: ” ‘k Heb toch liever frieten”. Einde verhaal!

Dit was zo herkenbaar. Wanneer we uit eten gaan, dan willen we genieten. En genieten staat in weinigen hun boekje synoniem met sla eten.

Slablaadjes in een kom gegooid met wat tomaat er bij en wat vinaigrette uit een potje er over, is waarschijnlijk niet het meest tot de verbeelding sprekende maaltijd.

1. Start met verschillende soorten sla.

Beperk je niet tot 1 soort sla en vermijd voor een lekker slaatje zeker om alleen maar Iceberg sla te gebruiken. Hoewel lekker fris en crunchy, is dit zowat de meest saaie sla ooit. Kies dus voor verschillende soorten sla.

Er zit veel verschil in zowel de smaak als de textuur van de verschillende slasoorten en dat maakt je slaatje meteen veel interessanter.

  • Zoete smaak: kropsla, rode sla, lollo bionda, lollo rosso, eikenbladsla, ijsbergsla, batavia en romeinse sla.
  • Bittere smaak: andijvie, krulandijvie, frisée, witloof, roodloof, molsla en radicchio.
  • Malse kropsla’s: deze soort heeft ronde bladeren die elkaar overlappen en rondom een hart zitten. bv. kropsla
  • Knapperige kropsla’s: deze soort heeft ook ronde bladeren die elkaar overlappen en rondom een hart zitten bv. ijsbergsla
  • Langwerpige soorten: deze soort heeft geen hart, maar langwerpige bladeren bv. bindsla of romeinse sla. De Little Gem sla is er een variant van, die je eventueel kan kort bakken of grillen in een pan. Snij hem in 2 en leg op een hete gril.

Was je slablaadjes steeds grondig! Spoel ze steeds in een bak vol water en herhaal dit liefst 3 keer. Crunchy betekent niet dat er aarde tussen je sla moet zitten.

Droog je sla daarna goed, want aan natte of vochtige sla blijft je dressing niet kleven en daardoor krijg je slappe sla.

Probeer in de mate van het mogelijke geen sla uit zakjes te kopen. Ik weet het wel… dat is lekker handig en snel en je hebt meteen een mooie mengeling. Maar toch die sla wordt bewerkt en is al heel wat van zijn voedingswaarde kwijt. Moet je toch eens terugvallen op een zakje? Ook die flink wassen in de boodschap.

Oh ja, misschien denk je wel dat verschillende slasoorten teveel zijn om in 1 keer op te eten. Was je sla zorgvuldig, droog hem goed en bewaar hem op een vochtig stukje keukenpapier in een goed gesloten doosje in de koelkast. Zo is het wel 2 tot 3 dagen houdbaar.

2. Denk verder dan sla alleen

Je hoeft je helemaal niet te beperken tot alleen maar sla.

Voeg andere groenten toe, die zorgen voor een andere smaak en een andere textuur in de mond. Deze groenten zijn ook perfect om als basis van je sla te kiezen.

Maak bijvoorbeeld eens een koolsalade met verschillende soorten rauwe kool. Ook venkel, courgette en aubergine kunnen perfect in reepjes geschaafd worden en rauw gegeten worden.

Als je nog geen mandoline hebt, dan is het nu een goed moment om er eentje aan te schaffen. Ze kosten heel weinig geld en ze zorgen niet alleen voor een mooier effect, maar bovendien voor een heel fijn resultaat, wat ook de smaak ten goede komt.

Allerlei harde en halfgare groenten, kunnen makkelijk gesneden worden met een mandoline: radijsjes, venkel, komkommer, courgette,…

3. Voeg wat smeuïgheid en wat sappigheid toe.

Het klopt, dat een slaatje met alleen maar sla en andere knapperige groenten, niet zo spannend is. Leer spelen met smaken. Bijna alles kan in een slaatje.

Uiteraard tomaatjes. En ook hier zijn er ondertussen zoveel mogelijkheden. Kies voor oude variëteiten en voor kleur: rood, geel, zwart, groen. Of varieer in grootte en in snijwijze (in kwartjes, in schijfjes, in blokjes)

Ook fruit past perfect in een slaatje. Veel mensen houden niet van fruit in hun eten, maar bij een slaatje is het echt een toegevoegde waarde. Kies voor sappig fruit zoals perziken, aardbeien, peren, …

Hou je voor je ingrediënten wel aan het seizoen. Aardbeien in de winter hebben echt geen toegevoegde waarde. Kies dan liever voor appelen, peren, … In elk seizoen is er wel iets te vinden.

4. Zoet en zuur geven een extra dimensie

Zoet en zuur brengen een gerecht in balans.

Voeg zoet toe door fruit en vooral door ook eens gedroogd fruit toe te voegen. Vooral in de winter kan dit een goeie oplossing zijn.

Ook zure ingrediënten zorgen er voor dat je sla opeens een echt gerecht wordt. Sla op zich is immers heel neutraal van smaak. Door extra’s toe te voegen, wordt het ineens een beleving om sla te eten.

Voorbeelden van zoet en zuur: bessen, frambozen, gedroogde vijgen, meejool dadels, rozijnen en druiven, meloen en watermeloen, …

5. Vergeet niet om ook iets crunchy toe te voegen.

De textuur van je eten is belangrijker dan je denkt. Alle ingrediënten die we toevoegden zijn aan de zachte kant. Dat betekent dat je waarschijnlijk niet geneigd bent om heel veel te kauwen en toch is dat belangrijk.

Noten zijn bij uitstek geschikt om wat crunch in je sla te brengen, maar ook hardere groenten die je misschien net iets dikker snijdt. Denk bijvoorbeeld aan worteltjes die je deze keer niet raspt, maar in stokjes snijdt.

Ook raapjes en bietjes in blokjes gesneden zijn ideaal om wat extra kanpperigheid aan je sla.

Een andere optie is om je groenten eerst te roosteren: wortelen, pompoen,… zo lekker. En ideaal voor wat koudere dagen.

6. Misschien ook nog iets aards/umami.

Umami is één van de vijf basissmaken: zoet, zout, zuur en bitter zijn de andere. Het is van oorsprong een Japanse woord dat letterlijk hartig betekent. Iets tussen aards en zout. Het verhoogt je speekselvorming (dat is goed voor je vertering) en versterkt de zoute en zoete smaken.

Typische umami smaken vindt je in champignons, parmezaanse kaas, belegen kaas, zeewier, tomaten.

Voeg dus gerust wat geraspte kaas en fijngesneden rauwe champignons toe aan je sla, dat maakt hem alleen maar beter.

7. Extra granen?

Hoewel groenten ook koolhydraten bevatten, zijn het vooral de granen die onze portie koolhydraten verschaffen. Zelf probeer ik er niet teveel van te eten, en als ik ze eet, dan vooral ‘s avonds.

Granen bestaan in vele vormen: couscous, gierst, tarwekorrels, pasta, boekweit, quinoa (witte, rode en zwarte)…. Een aantal zijn glutenvrij. Maak je keuze en probeer eens iets anders dan alleen maar penne of andere pasta.

Door granen toe te voegen, geef je aan iedereen het idee dat ze een volledige maaltijd hebben – ook diegenen die persé willen vasthouden aan onze klassieke: groenten, vlees en patatjes. Want jawel ook patatjes zijn koolhydraten en een koud aardappeltje kan heel goed in een slaatje.

Een slaatje met zwarte quinoa bijvoorbeeld ziet er niet meer uit zoals je gewone sla met een tomaat. In feite zijn de mogelijkheden met slaatjes oneindig.

8. Eiwitten of proteïnen.

Naast koolhydraten heb je absoluut eiwitten nodig om een volwaardige maaltijd te creëren. Traditioneel doen we dit met vlees, vis of gevogelte. Echter ook bonen en linzen en kaas komen in aanmerking.

Een zacht gekookt eitje. Groene linzen. Een overschotje gebakken kip. Als bij toverslag verandert je groentenschoteltje in een volledige maaltijd.

Eiwitten zorgen ook voor een langer verzadigend gevoel. Je zal je ook zelden overeten in eiwitten, omdat we een ingebouwd signaal hebben in ons lichaam.

9. Nog meer smaak met vinaigrette, dressing en verse kruiden.

Dit is misschien wel één van de belangrijkste stappen. Een vinaigrette of dressing maakt het ganse verschil in je saladeMaak ook zelf je vinaigrette of dressing, dat is echt niet moeilijk en zo gaan er alleen maar goeie producten in.

Hou rekening met de 1/3 regel: 1 lepel azijn per 3 lepels olie, zo krijg je de goeie balans. Je kan kiezen uit verschillende soorten azijn en olie, wat je maar lekker vindt. Olijfolie is natuurlijk een klassieker maar experimenteer zeker ook met notenolie, die zorgt voor totaal andere smaken. Kies de beste olijfolie voor je koude bereidingen. Voor de zure moest heb je de keuze uit azijn (balsamico,  wijnazijn, appelciderazijn, sherryazijn,…) of citrus. Voor Aziatisch geïnspireerde salades soja en mirin of rijstazijn.

Kruid je dressing goed met eerst en vooral peper en zout, maar laat je niet tegenhouden om ook allerlei andere tuinkruiden toe te voegen. Ook fijngesneden sjalot, look of ui zijn perfect.

Start altijd met het goed mengen van alle ingrediënten van je dressing, behalve de olie. Die gaat er laatst in zodat het geheel goed bindt en je een mooie dikke dressing krijgt. Vergeet even je ‘klopper’ en zet je handmixer in je vinaigrette, dat zorgt voor een veel betere binding van de olie met de rest van de ingrediënten. Resultaat: betere smaak en een dressing die mooi aan elkaar blijft hangen.

Basis recept voor vinaigrette: 

1/2 koffielepel olie, 1 eetlepel azijn (vb. appelciderazijn), een snuifje zout en peper, 3 eetlepels olijfolie.  

Mix de azijn met het zout totdat het zout wat oplost. Voeg dan de mosterd toe en blijf goed roeren. Dan in een dun straaltje de olijfolie zodat de mengeling mooi dikt. Afkruiden met mosterd. 

Voor extra smaak: voeg vooral verse kruiden toe. Fijngesneden of net niet. Gebruik ze als extra slablaadjes: basilicum, dille, kervel, peterselie, koriander.  Of hak hardere kruiden fijn en strooi ze over je salade: rozemarijn, tijm.

10. Het oog wil ook wat

En dan nu het leukste deel: laat je fantasie de vrije loop en zorg voor een ‘schilderijtje’ van een slaatje. Ik bedoel maar: kies een mooie kom en leuke borden, doe je vinaigrette in een tof kannetje, zet verschillende ingrediënten apart op tafel, zodat ieder zijn eigen slaatje kan samenstellen.

Zorg voor kleur: kies verschillende kleuren groenten en fruit zodat je een aantrekkelijk geheel krijgt. Gebruik eventueel ook eens eetbare bloemen. Dat is nieuw en helemaal hip. Soms vind je ze in de supermarkt, maar er bestaan speciale mengelingen zaad die je thuis in de tuin uitstrooit en dan maar plukken die verse bloemen. Viooltjes, mosterdbloemetjes, Oost-Indische kers, onbespoten rozen en allerlei groenten (venkel) en kruiden (tijm, rozemarijn, bieslook) die in bloei komen zijn ideaal.

 

Hoe maak jij je salade apetijtelijk?